De hersenen bestaan uit de grote hersenen (of hersenschors, cortex) waarin de diverse denkprocessen plaatsvinden, de kleine hersenen (cerebellum) die meer voor coördinatie en uitvoering zorgen, en de hersenstam die primaire functies als ademhaling en bloedsomloop regelt. De hersencellen worden omgeven door steuncellen, de gliacellen die voor stevigheid en structuur zorgen en voeding. Eenmaal volgroeid vernieuwen de hersencellen zich niet of weinig. Hun aantal neemt langzaam af in de loop van het leven. De hersenpan of schedel is volledig gevuld, alles ligt op zijn plaats en er is weinig ruimte voor extra structuren.
De ziekte
Een tumor ontstaat meestal in de steuncellen en heet dan glioom. Deze tumor kent verschillende stadia van kwaadaardigheid, van langzaam tot zeer snel groeiend. Deze laatste variant komt vooral bij ouderen voor.
Een hersentumor leidt vrij snel tot klachten, doordat de schedel het uitzetten van de hersenen verhinderd en het groeiende gezwel dus snel tegen het hersenweefsel drukt en daardoor allerlei functies kan verstoren. De hersenen zijn niet aangesloten op het lymfestelsel, waardoor uitzaaiingen langs deze weg niet voorkomen. Uitzaaiingen via het bloed zijn wel mogelijk, maar een uitzondering. Andersom komen uitzaaiingen van andere tumoren in de hersenen wel vaak voor, zelfs vaker dan primaire kwaadaardige hersentumoren. Dit zijn dan vooral uitzaaiingen van longkanker, in mindere mate ook van borstkanker, melanomen en van tumoren die in het lymfestelsel ontstaan. Tumoren in de hersenen zijn anders dan de meeste andere tumoren, omdat een hersentumor ook als de cellen niet kwaadaardig zijn, zoals een meningeoom (een tumor van de hersenvliezen) toch op den duur een kwaadaardig verloop kent. Dit komt dus omdat door druk op hersenweefsel uitvalsverschijnselen zullen ontstaan waarbij op termijn de gehele hersenfunctie zal uitvallen, inclusief regeling van ademhaling en bloedsomloop.
Verschijnselen
Algemene verschijnselen zijn hoofdpijn, misselijkheid, slecht zien en slaperigheid, allemaal gevolgen van de toenemende druk in de hersenpan. Ook kan druk op nabijgelegen hersenweefsel of ingroei van de tumor in het hersenweefsel tot epileptische aanvallen leiden.
Daarnaast leidt een tumor vaak tot uitval van bepaalde functies doordat het gezwel omliggend hersenweefsel beknelt en dat geeft dan meteen een eerste indicatie van de plaats van de tumor, omdat de meeste hersenfuncties hun eigen plekje hebben. Zo kan spierverlamming optreden, spraak- en taalstoornissen en problemen met geheugen, concentratie en associatie. Ook begrijpelijke verschijnselen als angst voor persoonlijkheidsverlies kunnen rechtstreeks door een gezwel worden aangestuurd. Dit alles kan nog gepaard gaan met lusteloosheid, overgevoeligheid en agressiviteit, waardoor de oorspronkelijke persoonlijkheid sterk kan veranderen.
Oorzaken
Over de oorzaken van hersentumor is feitelijk niets bekend.
Opvattingen dat hersentumoren kunnen ontstaan door golven of straling van televisie, mobiele telefoons, elektriciteitscentrales en -masten zijn tot nu toe niet met wetenschappelijk onderzoek aangetoond.
Toch kan voorzichtigheid – door bij voorbeeld niet de hele of halve dag mobiel te telefoneren – geen kwaad. Alleen al het af en toe niet bereikbaar zijn, kan tot grote ontspanning en rust leiden, hetgeen weer de gezondheid ten goede komt.
Incidentie
Jaarlijks krijgen zo’n 900 mensen een hersentumor, mannen vaker dan vrouwen.
Diagnostiek
Een eerste onderzoek bestaat uit neurologisch onderzoek en onderzoek van het netvlies, waar door druk van binnenuit op de oogbol symptomen in kunnen optreden. Vervolgens worden plaats en uitbreiding van de tumor met een CT-scan of een MRI-scan vastgesteld.
De volgende stap is bepalen wat de aard van de tumor is en zo mogelijk het verwijderen ervan. Hiervoor worden meerdere röntgenfoto’s vanuit verschillende hoeken gemaakt om exact de plaats van de tumor te bepalen. Dit heet stereotactisch onderzoek. Daarna wordt een gaatje in de schedel geboord en uit de tumor een punctie genomen voor weefselonderzoek. Kleine tumoren kunnen op deze wijze direct geheel verwijderd worden.
Behandeling
De behandeling bestaat uit zo mogelijke volledige of gedeeltelijke verwijdering van de tumor. Bij grotere tumoren is daarvoor een craniotomie nodig, een hersenoperatie waarbij een luikje in de schedel wordt gezaagd. De operatie kan ook dienen om de druk binnen de schedel te verminderen, zodat functiestoornissen verlichten. Voordat wordt geopereerd, krijgt de patiënt eerst corticosteroïden toegediend om de ergste druk te verminderen en zwelling van omliggend hersenweefsel te verminderen.
Wordt na onderzoek een langzaam groeiend glioom vastgesteld, dan kan de arts besluiten vooralsnog niet te opereren maar te wachten hoe de tumor zich ontwikkelt. Een hersenoperatie is een zware en moeilijke ingreep, zeker wanneer het gezwel op een ongunstige plaats ligt en diep is weggestopt. De onderkant van de schedel, de schedelbasis, is namelijk niet van buitenaf benaderbaar. Bij snelle groei is er eigenlijk weinig keus.
Aanvullend wordt na een operatie vaak bestraling toegepast. Uitzaaiingen van andere kankers in de hersenen blijken gevoeliger voor radiotherapie dan primaire hersentumoren. Ook chemotherapie kan helpen bij uitzaaiingen van andere dan hersentumoren. Bij sommige hersentumoren kan het geneesmiddel Temodal (temozolomide) werkzaam worden ingezet. Mogelijk dat toevoeging van een antimalariamiddel hierbij de werking nog kan versterken.
Enkele jaren geleden (juli 2007) is in Zwitserland het therapeutisch vaccin van Northwest Biotherapeutics (www.nwbio.com) DCVax® als geneesmiddel bij glioblastoma multiforme toegestaan. Dit geneesmiddel (een zogenaamd autologe cellulaire therapie) is een vaccin waarbij uit het bloed van de patiënt onrijpe dendritische cellen worden geïsoleerd en weer samen met het specifieke vaccin in het lichaam teruggespoten. De bijwerkingen van deze therapie zijn veel minder dan van chemo therapie en volgens de eerste onderzoeken wordt de overlevingstijd van de patiënt aanzienlijk verlengd. Als het middel in Zwitserland in de praktijk goede resulaten boekt, zal het waarschijnlijk ook in Nederland worden toegelaten. Inmiddels wordt in de Verenigde Staten een fase III onderzoek met dit middel uitgevoerd.
Tumorgerichte- en mensgerichte behandelingen
Het optimaal behandelen van kanker bestaat volgens het Nationaal Fonds tegen Kanker uit de combinatie van tumor- en mensgerichte behandelingen. Deze laatste groep van behandelingen zijn gericht op voeding, beweging en welzijn. Het NFtK zet zich in deze zorg vast onderdeel te laten zijn van het behandelplan. Deze kunnen bijdragen aan minder complicaties, minder bijwerkingen en vergroting van het succes van andere behandelingen en dragen daarmee bij aan een hogere levensverwachting met een betere kwaliteit van leven. Meer informatie vindt u op onze site
Resultaten
Een succesvolle ingreep op een laaggradige tumor leidt tot een langdurig uitblijven van terugkeer van de ziekte. Bij de kwaadaardiger vormen echter is de levensverwachting hoe dan ook gering. De gemiddelde vijfjaars overleving bedraagt 31 procent.
Ook een geslaagde operatie kan blijvende schade tot gevolg hebben, zoals functionele, onzekerheid en emotionele stoornissen.